• Mijn manier van kanaries houden
  • Verzorging
  • Erfelijkheid der mutaties
  • Vederstructuur
  • De kleuren die ik kweek

Erfelijkheid

Velen onder jullie kennen wel de uitdrukking: Joris heeft een aardje naar zijn vader of Sofie handelt juist zoals haar oma. Dit zijn termen die we zo regelmatig gebruiken, maar waarvan we de ware betekenis niet beseffen. Ik zou het anders willen stellen en besluiten: we spreken meer over erfelijkheid dan we zelf beseffen. Onder erfelijkheid verstaan we bij onze kanaries het doorgeven van alle mogelijke eigenschappen van de oudervogels aan hun jongen. Vermits de geslachtscellen (gameten) van deze oudervogels de enige band zijn tussen ouders en jongen, beschouwen we deze geslachtscellen als de dragers van de erfelijk eigenschappen.
De kanarie die wij kweken is de afstammeling van de wilde kanarie, die we ook de "wildvorm" noemen. De wildvorm is de oorspronkelijke kleur- en modelvogel; deze is opgebouwd uit ontelbare wildfactoren. Elk van deze factoren heeft een eigen functie en is verantwoordelijk voor een bepaald kenmerk.

Mutatie: een mutatie is een plotseling ontstane verandering van de erfelijke aanleg. Een bepaald kenmerk is dan anders dan bij de wildvorm; de bestreping is bijvoorbeeld bruin in plaats van zwart. De mutatie verandert dus iets aan de oorspronkelijke wildfactoren. Een mutatie is niet bewust te realiseren door manipulatie.

En waarom moet de kennis der erfelijkheid zo belangrijk zijn voor jullie.

  • Vooreerst en voor mij de voornaamste reden is dat ieder zichzelf respecterend kweker nu éénmaal van zichzelf 'moet eisen' dat hij zijn vogels zowel inwendig (fenotypisch) als inwendig (genotypisch) kent. Ieder kweker moet kunnen voorspellen wat de paringsuitkomsten zijn van al zijn koppels. Zeker en vooral als hij zijn vogels te koop aanbiedt.
  • Vervolgens is de kennis der erfelijkheid belangrijk om er jullie voordeel mee te doen. Wanneer je weet hoe een mutatie vererft weet je ook hoe je moet paren.
    • Bij een dominant verevende mutatie zoals jaspis kan je aan een niet jaspis paren en toch onmiddellijk jaspis jongen kweken.
    • Bij een recessief verervende mutatie ben je verplicht om vol x vol te kweken of vol maal split, doe je dat niet dan bekom je 100% splitvogels.
  • Een laatste reden is dat je zelf nieuwe kleuren kan creëren die je graag ziet.
    • Stel dat je zwart opaal geel kweekt en graag bruin opaal geel zou kweken, dan kan je twee zaken doen:
      • Ofwel ga je op zoek naar bruin opaal geel maar dat kost weer geld. Het voordeel is wel dat je vrij zeker bent van wat er zich op de genen der jongen bevindt. Opaal x opaal geeft 100% opaal, gebruik je een opaal en een split opaal dan bekom je maar 50% opalen maar van de andere 50% niet-opalen weet je wel dat ze opaal vererven of anders gezegd split opaal zijn.
      • Ofwel pas je de verervingsregels toe:
        • Het eerste jaar paar je een bruin gele man aan een zwart opaal gele pop. Hieruit verkrijg je bruin gele poppen die opaal verervend zijn en zwart gele mannen die bruin en opaal verervend zijn. Best start je met twee onverwante koppels.
        • Het tweede jaar paar je de jongen van de twee koppels onderling en je bekomt een zeker percentage bruin opaal gele jongen in beide geslachten.
          • Theoretisch ga je maar 25% geel opaal kweken en dat is minder dan bij opaal x opaal en dus een eerste nadeel.
          • Een bijkomend nadeel is dat je ook jongen gaat kweken die niet opaal zijn, namelijk 75% en van deze 75% gaan 2 op de 3 opaal vereven en 1 op die 3 gaat niet opaal verevend zijn en dus zuiver.

Verervingsvormen: dit gedeelte is voor een kweker enorm belangrijk en dit omwille van het feit dat we vele mutaties aan elkaar kunnen paren. Moeder natuur heeft voor een paar wetten gezorgd waar we spijtig genoeg niet buiten kunnen en daarom is het best deze te bestuderen als we op voorhand willen kunnen bepalen wat de uitkomst van onze paringen zal zijn. We kennen bij de kanarie in onze contreien drie verervingen: dominant, recessief en geslachtsgebonden, alhoewel deze laatste eigenlijk recessief is. In Amerika en Australië wordt er ook gesproken over onvolledig dominant, maar zover zijn we in België nog niet.
Buiten dit alles vererft alles bij de kanarie “intermediair”, anders gezegd: het resultaat zal het midden houden tussen de eigenschappen van beide ouders. Een donkere kleur gepaard met een lichte kleur zal jongen geven die qua kleurschakeringen vertonen die tussen deze van de ouders liggen. Eigenlijk spreken we dan niet van een verervingsvorm, maar van een verschijningsvorm. Een kleine illustratie als voorbeeld: een mannetje met een lange snavel gepaard aan een popje met een kegelvormige snavel zal jongen geven met snavels die korter zijn dan deze van de vader, maar langer dan deze van de moeder. Zo zal het gaan bij alle eigenschappen.

Dominante vererving: 

Volgende mutaties vererven dominant: jaspis, dominant wit. En niet te vergeten: de intensieffactor heeft ook een dominante vererving.

In dit geval is de mutatie qua verschijningsvorm dominant over de wildvorm. Gezien we steeds spreken over chromosoomparen kan een mutatie enkel- of dubbelfactorig aanwezig zijn, dus gelegen op één of beide genen. Voorlopig kunnen we bij de kanarie alleen dubbelfactorige exemplaren kweken bij de jaspismutatie. Indien de factor toch dubbel aanwezig is bij de vorming van de kiemcel zoals bij de dominant witte kanarie, dan sterft de vrucht af en spreken we van de werking van de lethaalfactor. Hetzelfde effect bekomen we bij paring van intensief x intensief.

Een praktisch voorbeeld van een dominante vererving: we paren een zwart jaspis gele man aan een zwart gele pop of een zwart gele man aan een zwart jaspis gele pop; dit geeft theoretisch:

  • 25% zwart gele mannen
  • 25% zwart jaspis gele mannen
  • 25% zwart gele poppen
  • 25% zwart jaspis gele poppen

Bij een dominant verevende mutatie is het niet belangrijk of je een man of een pop in die dominante mutatie als beginvogel gebruikt. Beide paringen geven hetzelfde resultaat.

Geslachtsgebonden vererving:

Geslachtsgebonden verervende mutaties zijn: bruin, agaat, isabel (bruin agaat), satinet, pastel en grijsvleugel. De vererving van zwart ten opzichte van bruin, agaat en isabel (bruin agaat) behandel ik in een apart artikel.

In dit geval is de mutatie gelegen op de geslachtschromosomen, meer bepaald op het X-chromosoom. Gezien het popje maar één X-chromosoom bezit, zal ze alleen haar eigen kleur kunnen doorgeven aan haar jongen, dit heeft als gevolg dat een popje nooit split kan zijn voor een andere geslachtsgebonden verervende kleur. Een mannetje kan dat wel doordat hij in het bezit is van de twee X-chromosomen.

Een praktisch voorbeeld van een geslachtsgebonden vererving:

  • Paring 1: we paren een agaat pastel gele man aan een agaat gele pop, dit geeft theoretisch:
    • 50% agaat pastel gele poppen
    • 50% agaat gele mannen split pastel
    • Opmerking: alleen pastel poppen bij de jongen.
  • Paring 2: we paren een agaat gele man aan een agaat pastel gele pop, dit geeft theoretisch:
    • 50% agaat gele split pastel mannen
    • 50% agaat gele poppen
    • Opmerking: geen pastel jongen, alleen split mannen
  • Paring 3: we paren een agaat gele split pastel man (bekomen uit paring 2) aan een agaat pastel gele pop (bekomen uit paring 1), dit geeft theoretisch: 
    • 25% agaat pastel gele mannen
    • 25% agaat gele split pastel mannen
    • 25% agaat pastel gele poppen
    • 25% agaat gele poppen
    • Opmerking: je bekomt pastel jongen in beide geslachten, dus deze paring geeft het beste rendement.

recessieve vererving:

Recessief verervende mutaties zijn onyx, kobalt, opaal en phaeo. In het voorbeeld hieronder kan je onyx vervangen door kobalt of opaal of phaeo.

Deze verervingsvorm is tegengesteld aan de dominante vererving. In dit geval is de wildvorm dominant over de recessieve mutatie. Het gemuteerde gen is dus gelegen op één der acht autosomale chromosomenparen. De mutatie is dus zichtbaar als de factor aanwezig is op beide chromosomen van het chromosomenpaar of anders gezegd dubbelfactorig aanwezig.

Een praktisch voorbeeld van een recessieve vererving: we paren

  • Ofwel een zwart onyx rood mozaïek man aan een zwart rood mozaïek split onyx pop
  • Ofwel een zwart rood mozaïek split onyx man aan een zwart onyx rood mozaïek pop
  • Beide paringen geven theoretisch hetzelfde resultaat, men kan als jongen bekomen:
    • 25% zwart onyx rood mozaïek mannen
    • 25% zwart rood mozaïek split onyx mannen
    • 25% zwart onyx rood mozaïek poppen
    • 25% zwart rood mozaïek split onyx poppen

Onder "Mijn kleuren" zal ik bij iedere mutatie de vererving in detail vermelden.

De kennis der vederstructuur is even belangrijk als de kennis der erfelijkheid.